Blog berichten

Kirsten schrijft over de Tongriem Kliniek

Blog berichten

Winter

  • februari / 2021

De dagen worden weer langer en we genieten af en toe van sneeuwpret en ijskou. Buiten die winterpret om, is de winter de tijd van binnen blijven en dat is nu net datgene wat continu van ons gevraagd wordt tijdens deze “lockdown”. Door mijn zwangerschapsverlof breng ik meer tijd thuis door dan ik gewend ben. Het voelt alsof ik “locked in” ben met mijn “corona” baby. Weinig visite en bezoek, terwijl je anders je baby vol trots met de hele wereld wil delen. Het heeft mij doen beseffen dat deze generatie baby’s zal opgroeien met andere regels, ervaringen en inzichten.

 

Mijn andere kinderen zijn nog jong. Door deze corona-crisis leer ik van hen om flexibeler met veranderingen om te gaan. “Helaas het afzwemmen gaat niet door” of “helaas we mogen niet komen kijken bij het sporten” of “helaas geen wintersport dit jaar”. Er is even wat teleurstelling, maar daarna worden de schouders opgehaald en gaan ze verder waar ze mee bezig zijn. Er is geen verontwaardiging of boosheid. Het komt wel weer een andere keer.

 

Niets is zo veranderlijk als het (winter)weer. Dat realiseer ik me sinds ik kinderen heb. Door hen zie ik in deze corona-crisis hoe belangrijk het is om plannen te blijven maken en je erbij neer te leggen als het anders loopt. Creatief en flexibel te zijn als het leven daar om vraagt. De generatie kinderen die nu in corona-tijd opgroeien, ondervinden dat grote mensen hun beloften soms uit overmacht moeten breken, dat plannen gewijzigd worden en dat alles op het laatste moment geannuleerd kan worden. Dat betrekken ze niet op zichzelf; ze zien het niet als een groot onrecht, een boete of een straf. Ze beschouwen het als onderdeel van het leven. Ze leren, elke dag dat deze epidemie voortduurt, en te ontspannen bij het niet zeker weten. Dat is ook vrijheid. Een vrijheid waarvoor je niet naar buiten hoeft. Daar gaan onze kinderen de rest van hun leven iets aan hebben. Vooralsnog eindigt mijn eigen “locked in” begin maart. Ik zie jullie in de lente “buiten” weer.

Lente

  • maart / 2021

“Een nieuwe lente, een nieuw geluid” (uit “Mei” van H.Gorter). Iedereen kent deze eerste woorden, zodat het lijkt alsof ze er altijd waren. Net zoals Corona er is en maar niet naar de achtergrond wil verdwijnen. Ergens achter de horizon gloort een post-coronatijd, een leven dat niet meer door afstandsverplichting en avondklok wordt begrensd. Het zal hopelijk ergens eind deze lente worden, dat frisse begin, en een voorjaarshuppeltje…

 

Een nieuw geluid is ook een digitaal geluid. Tijdens de corona-epidemie leveren we in op persoonlijk samenzijn en zijn we meer aangewezen op digitaal contact. Alle digitale media, smartphones en het internet zijn meer dan ooit een uitkomst, ook in de zorg. Digitaliseren in de zorg gaat van buiten op social media naar binnen in de digitale cloud. Bewolkt of niet, de cloud is altijd bereikbaar. Deze lente gaan we na een jaar Corona, verder met het digitaliseren in de Tongriem Kliniek. Informatieve consulten en onderwijs zullen steeds meer digitaal of in een hybride vorm worden gegeven. Zo kunnen we (inter)nationaal deze lente elkaar weer ontmoeten in de zorg. Er is veel dat digitaal kan, maar niet het vervangen van het meest essentiële: het contact. En contact in de zorg blijft mensenwerk op maat. En waar dat nodig is blijven wij de patiënten altijd persoonlijk zien. In de Tongriem Kliniek staat contact tussen moeder en kind op de eerste plaats, waardoor wij onze hulp en kennis nu via deze nieuwe digitale varianten juist bewust verder en sneller kunnen verspreiden.

 

Corona kent inmiddels vele varianten die zich razendsnel verspreiden, waaronder de Britse variant. Er is nu een Britse variant voor “een nieuwe lente” van H. Gorter. Dit gedicht “Mei” is recentelijk vertaald in het Engels en verspreid zich in Groot-Brittannië als de Nederlandse variant: ”The spring is new and new the sound it brings”…

Zomer

  • juni / 2021

Er was eens, lang geleden, in een stad in het hoge Noorden, de Tongriem Kliniek… Ik krijg vaak de vraag hoe het allemaal begon. Bij deze mijn verhaal…
 
Tijdens het afstuderen als (tand)arts leg je de Eed van Hippocrates af. “Ik beloof dat ik de tandheelkunde zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens.” *(zie volledige eed Hippocrates onderaan de blog) Je hebt geleerd vooral problemen op te lossen. Die problemen zijn heel verschillend van aard. Na vele vullingen, wortelkanaalbehandelingen, extracties en implantaten werd mijn nieuwsgierigheid gewekt door tongriem problematiek. Door mijn chirurgische achtergrond als implantoloog behandelde ik al kinderen en volwassenen met tongriem problematiek, welke verwezen werden via de orthodontist of logopedist. Ik kon tongriem problematiek herleiden uit de tandstand, slik en/of spraak. Een lactatiekundige vroeg mij of ik deze behandeling ook niet bij baby’s kon toepassen. Daar moest ik even over nadenken. Ten eerste hoe ik tongriem problematiek kon zien zonder tanden en zonder geluid (maw spraak)??? Ten tweede als een kind of volwassene tongriem problemen heeft, komt dit dan ook bij baby’s voor? En wat is dan de oorzaak van die tongriem problemen tussen deze verschillende patiënten?
 
Baby’s hebben wel degelijk tanden en vooral veel geluid! Mijn eerste vraag werd snel beantwoord. Mijn tweede vraag moest ik verder onderzoeken. Als (tand)arts leer je hier uitermate weinig over. Ik heb mij verdiept in het slik- en voedingsgedrag van zuigelingen via wetenschappelijke scholing en literatuur van allerlei verschillende zorgspecialismen (lactatiekundige, logopedie, tandheelkunde, orthodontie en fysiotherapie). Hierin zag ik overeenkomsten en verschillen. Als jonge moeder zag ik óók de verschillen in het verloop van voedingen tussen baby’s. Ik wilde graag moeders en kinderen helpen waarbij de voedingen óók niet vanzelfsprekend gingen en soms radeloos werden door alle stress rondom deze voedingen. Zo werkte ik overdag als tandarts, hielp ik moeders en baby’s tussen vullingen en wortelkanaalbehandelingen door. ’s Avonds legde ik mijn eigen baby op bed en ging dan met een babyfoon naar de praktijk om daar weer verder te behandelen, zodat ik nog meer moeders met baby’s kon helpen tot diep in de avond. Ik noemde deze avonden het Tongriem Spreekuur. Eerst maakte ik zelf de flesjes klaar en hielp ik baby’s mee aan de borst, later kreeg ik ook hulp van lactatiekundigen. Na de geboorte van mijn tweede kind zag en voelde ik zelf het verschil tijdens het voeden. Zo moest ik als moeder én als arts de beslissing nemen mijn eigen kind met tongriem problematiek te behandelen. Nu gingen praktijk en ervaring samen. Na mijn PhD over implantologie, werd ik ondertussen nog nieuwsgieriger naar de patronen en oorzaak van deze tongriemproblematiek. Zodanig startten mijn mede auteurs en ik, de BOEFjes studie om wetenschappelijk te onderzoeken welke manier veilig en effectief zou zijn.
 
Toen ik zwanger raakte van mijn derde kind hield ik het werken op deze manier niet meer vol. Ik maakte inmiddels werkdagen van 10 uur per dag en was altijd óók de achterwacht. Het werd tijd om de diensten te verdelen, te professionaliseren door uit te breiden én te gaan verhuizen naar een nieuwe lokatie. De Tongriem Kliniek kreeg zijn huidige vorm door de komst van een huisarts en nog meer lactatiekundigen. Inmiddels heeft zich een vierde kind aangediend, is er nog een tandarts opgeleid en is de BOEFjes studie gepubliceerd. Hierdoor zijn mijn mede-auteurs en ik nog gemotiveerder geraakt om meer wetenschappelijk onderzoek te doen. Tongriem problematiek blijft een puzzel die niet één maar juist meerdere oplossingen heeft.
 
Om bij Hippocrates te blijven: “Niet de arts, maar het lichaam geneest de ziekte”. Elk lichaam zit immers anders in elkaar… Voor en na een behandeling moet er een nieuwe balans tussen de spieren en omringende weefsels komen. De (tand)artsen van de Tongriem Kliniek zullen mee blijven puzzelen naar de juiste oplossing per patient. Alleen is het op dit moment nu puzzelen in beschikbaarheid en ruimte in de Tongriem Kliniek. Deze oplossing blijkt soms mooier dan de puzzel: De Tongriem Kliniek gaat daarom verhuizen in het voorjaar 2022 naar de plek waar het ooit begon. Alleen nu zonder babyfoon en nachtelijke behandelingen. Zo kunnen we meer patiënten helpen, ik houd u op de hoogte!
 
 
Eed Hippocrates 400 BC

“Ik beloof dat ik de tandheelkunde zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens.”
“Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten.”
“Ik stel het belang van de patient voorop en eerbiedig zijn opvattingen.”
“Ik zal aan de patient geen schade doen.”
“ Ik luister en zal hem goed inlichten.”
“Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd.”
“Ik zal de tandheelkundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen.”
“Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden.”
“Ik zal mij open en toetsbaar opstellen, en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving.”
“Ik zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen.”
“ Ik maak geen misbruik van mijn tandheelkundige kennis, ook niet onder druk.”
“Ik zal zo het beroep van tandarts in ere houden.”

Herfst

  • oktober / 2021

De herfst staat in het teken van vallende bladeren in allerlei kleuren. Elk blad valt nu eenmaal eens van de boom. Hierdoor kleurt ons landschap, blijft het dynamisch en geeft het kleur aan het najaar. Wat kleur aan ons werk geeft naast de inhoud, zijn de patiënten en collega’s. Iedereen is zo verschillend dat dit het werk dynamisch maakt. Het kleurenmodel van Carl Jung kan gebruikt worden om de persoonlijkheid te definiëren. Maar wat betekenen die persoonlijkheidskleuren eigenlijk? Wat past goed bij elkaar en in welke situaties kun je het best met welke kleur samenwerken en in welke niet? Daar is soms lastig achter te komen in dit hybride tijdperk. Een beeldscherm geeft een ander beeld dan de koffieautomaat.
 

Recentelijk gaf de Tongriem Kliniek lezingen in hybride vorm over levenslang Tongriem Problematiek. Hybride werken is steeds meer een begrip binnen elke organisatie. COVID-19 heeft ons allen bewuster gemaakt van de blijvende impact van de pandemie op onze huidige manier van werken. Door een lezing in hybride vorm te geven konden collega’s online en in de zaal dit gelijktijdig volgen. Helaas spraken we de collega’s thuis alleen via de chat. Dat geeft toch een andere dynamiek en is anders dan elkaar spreken bij de koffieautomaat. Van de collega’s in de zaal kregen we een beter beeld van de kleurenmix aan persoonlijkheden die aanwezig was. Wat mij tijdens één van de lezingen verbaasde, is dat sommige collega’s erg opzichtig kleur bekennen. Eén collega nam geen blad voor de mond en draaide als een blad aan de boom om midden in de lezing. Voor deze collega deden de lange termijn effecten van levenslang tongriem problematiek er niet toe. Het ging haar uitsluitend om de korte termijn. Volgens haar gekleurde bril bestond alleen dát aan problematiek waar je dagelijks mee werkt en al het andere niet. We konden letterlijk en figuurlijk de boom in met onze levenslang perspectief aan tongriem problematiek. Ik vermoed dat het lastig is om voor een zwart-wit denker kleur te bekennen…
 
“Kleur heb je nooit zelf, kleur krijg je door anderen (Arthur Japin). Kennis uitwisselen door lezingen te geven, geeft kleur aan de Tongriem Kliniek. Ik beken kleur door ronduit toe te geven dat ik genoten heb van het weerzien van de kleurenmix aan collega’s na 1,5 jaar COVID-19 maatregelen. Tegen persoonlijke gesprekken bij de koffieautomaat kan geen scherm op. Het is nooit de bedoeling geweest van Carl Jung om door middel van zijn model mensen te labelen. Laten wij proberen dit vooral ook niet te doen en het hele perspectief te blijven zien. Genieten van elkaars kleur en verhaal én van deze herfst in geuren en kleuren!

De Zorg

  • december / 2021

Zorg zonder zorgen! Wat zou het mooi zijn om hiermee het jaar af te kunnen sluiten. Echter viert Nederland al het tweede jaar de feestdagen op een andere manier dan we ons hadden voorgesteld. Dit geldt ook voor de Nederlandse zorg. “Goede zorg is voelen en denken, niet rekenen”, aldus Loesje. De zorg rekent alleen wél met cijfers: van IC bedden tot besmettingen, tot aan alle uitgestelde operaties en handen aan het bed.
 

De zorgvraag neemt razendsnel toe en tegelijkertijd vallen steeds meer zorgprofessionals uit. Het lijkt me geen moeilijke rekensom om uit te rekenen wat er onder aan de streep overblijft. Als zorgprofessional zijn er ontwikkelingen in de zorg die me zorgen baren. Onderzoekers en beleidsmakers leveren kennis en voorwaarden aan voor zorgprofessionals om hun werk goed te kunnen doen. Zorgverzekeraars willen in de toekomst vooral gaan inzetten op digitale zorg. Het is fijn als er wordt meegedacht, maar als het welzijn van de patiënt ondergeschikt is aan technologie en winst, dan is er iets fundamenteels mis met de gezondheidszorg. Menselijke aandacht en empathie kunnen nooit vervangen worden door machines, hoe efficiënt ook.
 
Gelukkig zie ik vooral die menselijke kant in de zorg om mij heen. Hoe vanuit een intrinsieke bevlogenheid alles op alles wordt gezet om de beste zorg voor patiënten te leveren. Mijn collega huisarts heeft laatst door haar ervaring en intuïtie te volgen, een ernstig zieke baby met het RS-virus naar het ziekenhuis doorgestuurd. Wij zien veel nationale en internationale baby’s. Deze ouders kwamen vanuit Duitsland voor een behandeling én bleven aandringen op een behandeling. Door het welzijn van de baby voorop te stellen, is er een kans op een goede afloop én een gezonde baby. Niet door te handelen als een automaat.
 
Gezondheid betekent veel meer dan de afwezigheid van ziekte. We moeten gezondheid, welzijn en geluk niet als een product zien, dat in geld is om te zetten of uit te drukken in cijfers en statistieken. Zorg voor onze gezondheid moet iets menselijks blijven. Ik wens u een fijne jaarwisseling en een nieuw jaar (bij voorkeur) zonder zorgen!